Op school leren we de kinderen uitstekend plannen. Al bij de kleuters bedenken ze op welke dag ze een verplicht werkje willen doen. In groep 3 gaan de leerlingen verder met plannen. De meeste werkjes die je in een week moet doen plant de juf, maar een paar werkjes moet je zelf plannen. Een werkje dat klaar is mag je de kleur geven van de dag waarop je het hebt afgemaakt (afkleuren). Het is dan heel makkelijk te zien wat je op een dag en voor die week nog moet doen. Je kijkt naar de werkjes die je voor die dag hebt gepland (bijvoorbeeld alle werkjes die met ‘blauw’ zijn gemarkeerd) en kijkt welke werkjes daarvan nog niet zijn afgekleurd. Die moet je dan nog doen.
Bij het plannen verwachten we steeds meer zelfstandigheid. Kinderen maken namelijk een werkje af terwijl de leerkracht bezig is met een instructie in een andere groep. Dan moeten ze nog wel ‘afkleuren’. Begin groep 3 herinnert de leerkracht kinderen daar continu aan. In groep 4 moeten ze dat toch wel zelf kunnen. Sommige kinderen vergeten dat waardoor de planning heel onoverzichtelijk wordt. Er worden soms geplande werkjes ‘vergeten’ waardoor vrijdag blijkt dat er nog veel moet gebeuren. We gaan dan soms tijdelijk terug naar een dagtaak. Een brief waar per dag op staat wat een kind moet doen. De leerkracht plant in dat geval alle taken. Dit is bedoeld om weer even rust en structuur in het werk te brengen om daarna weer over te gaan naar een weekplanning.